In Nieuwegein zijn duizenden mensen actief voor een ander.
Zij maken écht het verschil – elke dag opnieuw. Achter ieder van hen schuilt een persoonlijk verhaal. Een reden om iets te betekenen, een moment van verbinding, een ervaring die blijft hangen.
In deze rubriek geven we vrijwilligers een stem. We laten zien wat hen drijft, wat ze meemaken en wat het vrijwilligerswerk hen teruggeeft. Laat je inspireren door hun verhalen – en wie weet, ontdek jij ook waar jouw kracht ligt.
Deze week het verhaal van Irene.
‘Nadat mijn man overleed, moest ik van mezelf iets gaan doen om te voorkomen dat ik alleen maar op de bank bleef zitten. Ik liep binnen bij Buurtplein Batau om te vragen of ik daar wat kon doen, en ik ben er niet meer weggegaan. Nu ben ik al tien jaar gastvrouw bij Mannen met Pannen. Elke week leef ik weer toe naar de woensdag.’
Irene houdt er niet zo van om in de schijnwerpers te staan. Liever is ze op de achtergrond bezig om het de gasten naar de zin te maken op het Buurtplein. Elke woensdag schuiven hier 35 alleenstaanden en buurtbewoners met een Nieuwegein Stadspas aan voor een heerlijke tweegangenmaaltijd en een gezellig praatje. ‘Officieel is iedereen welkom vanaf vijf uur, maar de mensen vinden de sfeer hier zo fijn dat ze het liefst steeds vroeger komen en steeds later weggaan.’
"Dit werk brengt gezelligheid in mijn leven"
Bezige bijen
Irene, haar twee mede-gastvrouwen en natuurlijk de zes koks van dienst zijn dan al uren bezig om alles tot in de puntjes voor te bereiden. ‘Ik ben er zelf vanaf twee uur. Als gastvrouw zijn we bezige bijen. Zo controleer ik de voorraden en houd ik de gastenlijst bij. Eerst helpen we de mannen een handje met bijvoorbeeld aardappels schillen en groente snijden. Ze koken altijd met verse producten. Daarna dekken we de tafels mooi met placemats en leuke servetten. We verwelkomen de gasten, serveren het eten uit, schenken de drankjes in en maken na afloop het restaurant schoon. De mannen maken ondertussen de keuken weer spic en span in orde.’
Hapje en drankje
Uiteraard eten ze als vrijwilligers zelf ook een hapje mee. ‘We hebben een eigen tafel want de gasten zitten graag bij hun vaste tafelgenoten. Het eten is echt altijd smakelijk. Als we helemaal klaar zijn met opruimen, drinken we samen nog een drankje en praten we na over de avond. Het is hard werken, maar we hebben het met het team heel gezellig. Het klikt onderling. Ik kan mezelf zijn bij Mannen met Pannen. Na het afsluiten ben ik tegen acht uur dan weer thuis.’

"Ben je aardig naar de mensen toe, dan krijg je dat ook terug"
Waardering
Als gasten ziek zijn, belt Irene ze op om te vragen hoe het gaat. Vorig jaar waren de rollen echter omgedraaid: ‘Ik kreeg een hartinfarct en een paar gasten stuurden mij een kaartje. Heel lief. Ook de reacties bij mijn terugkeer waren hartverwarmend. Het is gewoon zo leuk om dit werk te doen en ook fijn dat mensen waarderen wat je doet. Gasten zijn blij als ze lekker gegeten hebben en bedanken ons. Daar doe ik het voor. Ben je aardig naar de mensen toe, dan krijg je dat ook terug.’
Slecht zicht
Helaas gaat Irene’s zicht sinds een paar jaar steeds verder achteruit. Voor haar is dat echter geen reden om te stoppen met dit werk. ‘De kascontrole doe ik niet meer, maar verder gaat het nog prima. Ik gebruik een loep als het nodig is en er zijn altijd mensen die mij willen helpen. Gasten wijzen zelf hun naam aan op de lijst zodat ik er een kruisje bij kan zetten. Omdat ik zo slecht zie, kan ik veel dingen niet meer, zoals lezen of tv-kijken. Juist daarom is dit zo belangrijk in mijn leven. Ik zeg er alles voor af om wekelijks naar Mannen met Pannen te gaan. Een paar weken geleden viel ik en werd ik met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Gelukkig was er niks aan de hand en kon ik de volgende dag gewoon weer naar het Buurtplein komen. Als je eenzaam bent, zorgt dit werk voor wat gezelligheid en plezier.’
PS: Mannen met Pannen zoekt nog extra koks om de kookploeg te versterken. Je hoeft niet elke week te koken – mag wel natuurlijk -.
Tekst: Linda Blankenstein
Fotografie: Kees van der Meer
Video: Ruben Driessen